Jelle Admiraal • Directeur evangelische basisschool De Oase te Almere © maandag 10 juni 2013 verschenen in het ND.
Waar kerken het moeilijk eens worden, ontstaat in het basisonderwijs eenheid onder christenen. Niet doordat evangelische, gereformeerde en protestants-christelijke scholen nu allemaal hetzelfde zijn, maar door de manier waarop ze omgaan met verschillen.
In Smallingerland heeft de gemeente toestemming gegeven voor het stichten van een evangelische basisschool. Zowel het protestants-christelijk als het gereformeerd onderwijs zouden graag met de nieuwkomer onder een paraplu willen. De evangelische school wil het vooralsnog op eigen kracht proberen. (ND 4 juni)
Zelf ken ik deze soorten scholen van binnenuit. Ik ben negen jaar directeur geweest van gereformeerde basisschool De Regenboog in Amersfoort. Sinds twee jaar ben ik directeur van evangelische basisschool De Oase in Almere. Als trainer ben ik meermalen op protestants-christelijke scholen geweest die hun identiteit nog echt vorm en inhoud geven.
Er zijn veel overeenkomsten tussen onze scholen. De geloofsontwikkeling van de kinderen staat dagelijks centraal in ons Bijbelonderwijs en daarbuiten. Er werken alleen collega’s die hun werk doen vanuit het verlangen Gods liefde voor de kinderen door te geven. De gezamenlijk basis die we hebben, geven we in de praktijk op heel verschillende manieren kleur. We verschillen in de accenten die we leggen in Bijbelverhalen, de manier waarop we bidden, de liederen die we zingen, onze manier van aanbidding, onze benadering van zonde en heiliging en de manier waarop we in het leven staan. Maar in al die verschillen voelen we ons één in Jezus Christus.
Deze verbondenheid is er niet altijd geweest. Evangelische ouders hebben in het verleden ervaren dat zij niet welkom waren op gereformeerde scholen. Op de meeste gereformeerde scholen kunnen evangelische collega’s nog steeds geen leerkracht worden of blijven wanneer zij zich bij een evangelische kerk aansluiten. Aan de pijn die dit heeft veroorzaakt, wordt misschien wel te makkelijk voorbijgegaan.
Waar evangelische ouders wel welkom zijn, blijft het feit dat gereformeerd onderwijs niet in alle opzichten aansluit bij hun geloofsbeleving. Het maakt iets begrijpelijk van het verlangen van evangelische ouders hun eigen basisschool op te richten. Het is mooi dat in 2011 evangelische basisschool De Oase onderdeel werd van de gereformeerde HAAL-groep, en dat zij van het bestuur de ruimte kreeg om haar identiteit te blijven vormgeven.
Zelf heb ik in de afgelopen tien jaar in gesprekken met nieuwe ouders veel broers en zussen uit allerlei verschillende kerken leren kennen. Ouders die bewust op zoek waren naar een goede omgeving voor de geloofsontwikkeling van hun kinderen. Daar waar kerken het moeilijk eens worden, heb ik eenheid onder christenen zien ontstaan in het basisonderwijs. Eenheid betekent niet dat je allemaal hetzelfde bent, maar ze ontstaat door de manier waarop je omgaat met verschillen. Waar gereformeerde, evangelische en christelijke basisscholen dicht bij hun passie voor Jezus blijven, mogen ze in veelkleurige liefde naast elkaar bestaan. Eenheid heeft te maken met nieuwsgierigheid en oprechte belangstelling naar het hart van de ander. ‘Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.’ (Johannes 13:35).
De basisschoolleeftijd is een belangrijke periode in de geloofsontwikkeling van kinderen. Uit onderzoek blijkt dat 85 procent van de volwassen christenen aangeeft dat de basis voor hun geloof is gelegd tussen hun vierde en hun veertiende levensjaar. De volgende generatie heeft scholen nodig waar kinderen kunnen leren dat ze geliefde kinderen zijn van onze hemelse Vader. Scholen waar ze leren Jezus te volgen. Scholen waar ze leren dat christenen sámen mogen getuigen van Gods liefde voor deze wereld. Wat ze niet nodig hebben, is een historie van gebrokenheid. Laten we samen verantwoordelijkheid nemen voor de nieuwe generatie door in eenheid samen te werken.
Hoe we deze scholen over tien jaar gaan noemen, is voor mij geen wezenlijke vraag. Waar het om gaat, is dat onze scholen bijdragen aan de vorming van de nieuwe generatie christenen in een land waar de vrijheid van onderwijs onder druk staat. Ik bid dat artikel 23 nog lang bestaat, maar mijn gebed is tegelijk dat onze scholen er klaar voor zullen zijn wanneer dit artikel wordt afgeschaft. Wat we daarvoor nodig hebben? Onderwijsmensen met een passie voor Jezus. Christenen die onze scholen dragen in gebed. Ouders die voor hun kinderen bewust kiezen voor een school waar Jezus leeft. En bovenal Gods zegen. ‘Hoe goed is het, hoe heerlijk als broeders bijeen te wonen! Daar geeft de HEER zijn zegen: leven voor altijd.’ (Psalm 133:1,3)
Leave a Reply